Share

Ziekten en plagen van broccoli

Hoewel broccoli een relatief robuust gewas is, kan het, net als elke andere plant, worden aangetast door een verscheidenheid aan ziekten en plagen die de opbrengst en kwaliteit aanzienlijk kunnen verminderen. Een succesvolle teler onderscheidt zich door een proactieve aanpak van gewasbescherming, waarbij de focus ligt op preventie, vroegtijdige detectie en geïntegreerde bestrijdingsmethoden. Het begrijpen van de levenscyclus van de meest voorkomende ziekteverwekkers en plaaginsecten is essentieel om effectieve en duurzame beheersmaatregelen te kunnen nemen. Dit artikel biedt een professioneel overzicht van de belangrijkste ziekten en plagen die de broccoliteelt bedreigen en beschrijft strategieën om deze onder controle te houden.

Een gezonde plant in een gezonde bodem is de eerste en belangrijkste verdedigingslinie tegen aantastingen. Planten die onder optimale omstandigheden groeien, met de juiste hoeveelheid water, voedingsstoffen en licht, hebben een veel grotere natuurlijke weerstand. Stressfactoren zoals droogte, voedingstekorten of een slechte bodemstructuur verzwakken de plant en maken hem veel vatbaarder voor zowel pathogenen als insecten. Daarom zijn alle aspecten van een goede teeltpraktijk, zoals beschreven in voorgaande artikelen, inherent onderdeel van een effectief ziekte- en plagenbeheer.

Geïntegreerde gewasbescherming (IPM – Integrated Pest Management) is een holistische benadering die de voorkeur geeft aan preventieve en biologische methoden boven het routinematig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Dit omvat praktijken zoals vruchtwisseling, het kiezen van resistente rassen, het handhaven van een goede hygiëne in de tuin en het bevorderen van natuurlijke vijanden. Chemische middelen worden alleen als laatste redmiddel ingezet, en dan zo gericht en selectief mogelijk om de impact op het milieu en nuttige organismen te minimaliseren.

Regelmatige en nauwkeurige inspectie van de planten is cruciaal voor een succesvolle IPM-strategie. Door de boven- en onderkant van de bladeren, de stengels en de groeiende kop regelmatig te controleren, kunnen problemen in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Een snelle diagnose en interventie kunnen vaak voorkomen dat een klein probleem uitgroeit tot een grootschalige plaag of epidemie. Het correct identificeren van de oorzaak is daarbij van het grootste belang, omdat de bestrijdingsmethode moet worden afgestemd op de specifieke ziekte of plaag.

Preventieve maatregelen en teelthygiëne

De meest effectieve strategie in de strijd tegen ziekten en plagen is preventie. Een van de krachtigste preventieve maatregelen is een strikte vruchtwisseling. Veel ziekteverwekkers die broccoli aantasten, zoals de schimmel die knolvoet veroorzaakt, overleven in de bodem. Door een rotatie van minimaal drie tot vier jaar aan te houden en geen andere koolsoorten op hetzelfde perceel te telen, wordt de levenscyclus van deze pathogenen doorbroken en neemt de ziektedruk aanzienlijk af. Dit is een fundamenteel principe van duurzame landbouw.

Het kiezen van ziekteresistente rassen is een andere belangrijke preventieve stap. Kwekers hebben veel variëteiten ontwikkeld die een ingebouwde resistentie of tolerantie hebben tegen veelvoorkomende ziekten zoals valse meeldauw of fusarium. Hoewel geen enkel ras volledig immuun is, kan de keuze voor een resistent ras de kans op een ernstige aantasting aanzienlijk verkleinen en de noodzaak voor bestrijdingsmaatregelen verminderen. Raadpleeg zaadcatalogi en kies rassen die goed zijn aangepast aan de lokale omstandigheden en ziektedruk.

Goede hygiëne in en rond de moestuin is essentieel om de verspreiding van ziekten en plagen te beperken. Verwijder zieke planten of plantendelen onmiddellijk om te voorkomen dat ze een bron van infectie worden voor gezonde planten. Gooi aangetast materiaal niet op de composthoop, tenzij je een zeer heet composteringsproces hebt dat ziektekiemen kan doden. Verwijder na de oogst alle gewasresten van het veld, omdat hierin eitjes van plagen of schimmelsporen kunnen overwinteren. Houd ook de omgeving van de moestuin vrij van onkruid, aangezien veel onkruiden kunnen fungeren als gastheer voor ziekten en plagen.

Het creëren van een gezonde en evenwichtige bodemomgeving draagt sterk bij aan de weerbaarheid van de planten. Een bodem die rijk is aan organisch materiaal en een divers bodemleven bevat, kan de ontwikkeling van schadelijke pathogenen onderdrukken. Zorg voor een goede bodemstructuur en drainage om wortelziekten te voorkomen. Een correcte plantafstand die zorgt voor een goede luchtcirculatie helpt de bladeren sneller opdrogen na regen of irrigatie, wat de kans op de ontwikkeling van bladschimmels aanzienlijk verkleint.

Veelvoorkomende schimmelziekten

Knolvoet, veroorzaakt door de schimmel Plasmodiophora brassicae, is een van de meest gevreesde ziekten bij broccoli en andere koolgewassen. De schimmel infecteert de wortels, wat leidt tot de vorming van grote, misvormde zwellingen (knollen). Deze aangetaste wortels kunnen geen water en voedingsstoffen meer opnemen, waardoor de plant verwelkt, vooral op zonnige dagen, en de groei stagneert. Knolvoet gedijt in zure, vochtige grond en de sporen kunnen vele jaren in de bodem overleven. Preventie, door middel van een ruime vruchtwisseling en het handhaven van een bodem-pH boven de 6.5, is de enige effectieve bestrijding.

Valse meeldauw (Peronospora parasitica) is een andere veelvoorkomende schimmelziekte, vooral onder koele, vochtige omstandigheden. De aantasting begint vaak met gele, onregelmatige vlekken op de bovenkant van de bladeren. Aan de onderkant van deze vlekken ontwikkelt zich een grijswit tot paarsachtig schimmelpluis, vooral zichtbaar bij hoge luchtvochtigheid. Bij een ernstige aantasting kunnen de bladeren afsterven en kunnen er ook donkere vlekken op de bloemknoppen verschijnen. Zorg voor een goede luchtcirculatie door een ruime plantafstand aan te houden en vermijd het bevochtigen van de bladeren tijdens het water geven om deze ziekte te voorkomen.

Alternaria-bladvlekkenziekte, veroorzaakt door schimmels van het geslacht Alternaria, manifesteert zich als kleine, donkere vlekken op de bladeren, die zich later ontwikkelen tot grotere, concentrische ringen, lijkend op een schietschijf. Deze vlekken kunnen samenvloeien en grote delen van het blad doen afsterven. De ziekte kan ook de bloemknoppen aantasten, wat leidt tot bruine tot zwarte, fluweelachtige plekken. De schimmel gedijt bij warm en vochtig weer en verspreidt zich via wind en opspattend water. Het verwijderen van gewasresten na de oogst is belangrijk om de infectiebron voor het volgende seizoen te verminderen.

Wit roest (Albugo candida) veroorzaakt witte, poederachtige blaren of puisten, meestal aan de onderkant van de bladeren en op de stengels. Deze kunnen later openbarsten en een wit poeder (de sporen) vrijgeven. Hoewel het vaak als een minder ernstige ziekte wordt beschouwd, kan een zware infectie de groei van de plant belemmeren. Net als bij andere schimmelziekten, wordt de ontwikkeling van wit roest begunstigd door vochtige omstandigheden. Preventieve maatregelen gericht op het droog houden van het gewas zijn het meest effectief.

Insectenplagen: identificatie en bestrijding

Vlinders zoals het groot en klein koolwitje zijn berucht om hun rupsen, die in korte tijd enorme schade kunnen aanrichten aan broccoliplanten. De vlinders leggen hun eitjes aan de onderkant van de bladeren, waaruit vraatzuchtige rupsen komen die grote gaten in de bladeren en de bloemknoppen vreten. Een zeer effectieve preventieve maatregel is het afdekken van de jonge planten met insectengaas of vliesdoek. Dit vormt een fysieke barrière die voorkomt dat de vlinders hun eitjes kunnen leggen. Regelmatige inspectie en het handmatig verwijderen van eitjes en rupsen kan ook effectief zijn in een kleine tuin.

De koolvlieg is een ander ernstig plaaginsect. De volwassen vlieg legt haar eitjes aan de basis van de stengel van jonge broccoliplanten. De larven (maden) die uit de eitjes komen, boren zich in de wortels en de stengelbasis, waardoor ze gangen vreten. Dit verstoort de opname van water en voedingsstoffen, waardoor de plant verwelkt en uiteindelijk kan afsterven. Een effectieve preventieve methode is het plaatsen van ‘koolkragen’ rond de stam van elke plant. Dit zijn schijven van karton of ander materiaal die op de grond worden gelegd en voorkomen dat de vlieg haar eitjes bij de plantenbasis kan leggen.

Bladluizen, met name de melige koolluis, kunnen in grote kolonies voorkomen op broccoliplanten. Ze verzamelen zich vaak aan de onderkant van de bladeren en in de groeipunten, waar ze plantensappen opzuigen. Dit leidt tot misvormde en verkleurde bladeren en een vertraagde groei. Bladluizen scheiden ook honingdauw af, een kleverige substantie waarop roetdauwschimmels kunnen groeien. Het stimuleren van natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes en gaasvliegen, is een effectieve biologische bestrijdingsmethode. Bij een beginnende aantasting kan het afspuiten van de luizen met een harde waterstraal of het bespuiten met een zeepoplossing helpen.

Aardvlooien zijn kleine, springende kevertjes die talloze kleine, ronde gaatjes in de bladeren van jonge broccoliplanten vreten. Hoewel volwassen planten deze schade meestal wel kunnen verdragen, kunnen zaailingen en jonge plantjes er ernstig door verzwakt worden of zelfs afsterven. Aardvlooienschade is het grootst bij warm, droog weer. Het afdekken van jonge planten met insectengaas is de meest betrouwbare preventieve methode. Het handhaven van een vochtige bodem en het mulchen rond de planten kan de activiteit van aardvlooien ook verminderen.

Niet-parasitaire aandoeningen en fysiologische stoornissen

Holle stengels zijn een veelvoorkomende fysiologische aandoening bij broccoli. Dit wordt gekenmerkt door een opening of spleet in het midden van de stengel, die soms bruin kan verkleuren. Hoewel het de eetbaarheid van de steel niet direct beïnvloedt, kan het een ingangspoort zijn voor secundaire bacteriële infecties. Holle stengels worden vaak veroorzaakt door een te snelle groei, meestal als gevolg van een overmaat aan stikstof en een onregelmatige watervoorziening, in combinatie met ruime plantafstanden. Een evenwichtige bemesting en het handhaven van een constante bodemvochtigheid kunnen dit probleem helpen voorkomen.

‘Doorschieten’ is het proces waarbij de broccoliplant voortijdig bloemen vormt, wat resulteert in een onbruikbare, losse kop met gele bloemetjes. Dit is een stressreactie van de plant en kan door verschillende factoren worden veroorzaakt. De meest voorkomende oorzaken zijn extreme temperaturen (zowel hitte als een langdurige koude periode voor jonge planten), droogtestress of een gebrek aan voedingsstoffen. Het kiezen van het juiste ras voor het seizoen, het vermijden van plantstress door een goede verzorging en het op tijd oogsten zijn cruciaal om doorschieten te voorkomen.

Bruine of paarse verkleuring van de bloemknoppen kan ook een fysiologische oorzaak hebben. Een paarse tint wordt vaak veroorzaakt door de productie van anthocyanen, een natuurlijk pigment dat de plant aanmaakt als reactie op koude temperaturen. Dit is een genetische eigenschap van veel rassen en heeft geen invloed op de smaak; de paarse kleur verdwijnt meestal tijdens het koken. Bruine verkleuring kan daarentegen een teken zijn van een boriumtekort of schade door extreme hitte of zonlicht.

Blinde planten, ook wel ‘blindheid’ genoemd, is een aandoening waarbij de broccoliplant geen bloemkop vormt. De plant produceert wel bladeren, maar het centrale groeipunt is afwezig of beschadigd. Dit kan worden veroorzaakt door schade aan het groeipunt van een zeer jonge plant, bijvoorbeeld door vorst, insecten (zoals de koolvlieglarve) of mechanische beschadiging. Hoewel het niet vaak voorkomt, is er geen remedie voor een blinde plant. De enige oplossing is om de aangetaste plant te verwijderen en te vervangen.

Biologische en geïntegreerde bestrijdingsstrategieën

Een fundamenteel onderdeel van geïntegreerde gewasbescherming is het bevorderen van biodiversiteit in en rond de tuin. Door bloemen te planten die nectar en stuifmeel leveren, zoals goudsbloemen, dille en phacelia, trek je nuttige insecten aan. Lieveheersbeestjes en hun larven zijn vraatzuchtige predatoren van bladluizen, terwijl sluipwespen hun eitjes parasiteren in rupsen en andere plaaginsecten. Het creëren van een habitat voor deze natuurlijke vijanden helpt om plaagpopulaties op een natuurlijke en duurzame manier onder controle te houden.

Fysieke barrières zijn een zeer effectieve, niet-chemische methode om plagen te weren. Het afdekken van koolgewassen met fijnmazig insectengaas direct na het planten is de meest betrouwbare manier om schade door de koolvlieg en koolwitjes te voorkomen. Zorg ervoor dat het gaas goed is ingegraven aan de randen, zodat de insecten er niet onderdoor kunnen kruipen. Dit is een preventieve maatregel die het gebruik van insecticiden tegen deze veelvoorkomende plagen overbodig kan maken.

Voor de bestrijding van rupsen kunnen biologische insecticiden op basis van Bacillus thuringiensis (Bt) worden ingezet. Dit is een bacterie die een toxine produceert dat specifiek schadelijk is voor de larven van vlinders en motten, maar onschadelijk is voor mensen, huisdieren en nuttige insecten zoals bijen en lieveheersbeestjes. Het middel moet op de bladeren worden gespoten en wordt door de rupsen opgenomen tijdens het eten. Het is het meest effectief wanneer het wordt toegepast op jonge rupsen.

Als chemische bestrijding toch noodzakelijk wordt geacht, kies dan voor middelen met een lage toxiciteit en een korte nawerking, en pas ze zeer gericht toe. Producten op basis van pyrethrum (gewonnen uit chrysanten) of neemolie zijn voorbeelden van botanische insecticiden die een breed spectrum aan insecten kunnen bestrijden. Lees en volg altijd zorgvuldig de instructies op het etiket. Pas deze middelen bij voorkeur ’s avonds toe, wanneer nuttige insecten zoals bijen minder actief zijn, om nevenschade te minimaliseren.

Dit vind je misschien ook leuk