Share

Het water geven en bemesten van amaryllis

Een correcte watergift en een uitgebalanceerd bemestingsregime zijn de pijlers onder een gezonde en bloeikrachtige amaryllis. Deze twee aspecten van de verzorging zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en moeten nauwkeurig worden afgestemd op de verschillende fasen in de levenscyclus van de plant. Te veel of te weinig water kan leiden tot fatale problemen zoals wortelrot of uitdroging, terwijl een onjuiste bemesting resulteert in een zwakke groei en teleurstellende bloei. Het beheersen van de kunst van het water geven en bemesten is dan ook essentieel om het volledige potentieel van deze prachtige bloembol te ontsluiten en jaar na jaar van haar schoonheid te kunnen genieten.

De waterbehoefte van een amaryllis varieert aanzienlijk gedurende haar jaarlijkse cyclus. Direct na het planten van de bol, wanneer er nog geen actieve groei zichtbaar is, is de waterbehoefte minimaal. Een enkele, lichte watergift is voldoende om het wortelproces te initiëren. In deze fase is de bol extreem gevoelig voor overbewatering, wat snel kan leiden tot rot. Geef pas weer water als de punt van de bloemstengel of de eerste bladeren verschijnen. Dit is een teken dat de wortels zich beginnen te ontwikkelen en in staat zijn om vocht op te nemen.

Zodra de plant actief begint te groeien, neemt de behoefte aan water toe. Geef tijdens de groei van de stengel en de ontwikkeling van de bladeren regelmatig water, waarbij je de potgrond tussen de gietbeurten door licht laat opdrogen. Een goede vuistregel is om je vinger een paar centimeter in de grond te steken; als de grond droog aanvoelt, is het tijd om water te geven. Zorg er altijd voor dat overtollig water uit de pot kan weglopen en verwijder water dat in de schotel of buitenpot achterblijft.

Tijdens de bloeiperiode moet de potgrond constant licht vochtig gehouden worden om de bloemen in optimale conditie te houden. Voorkom echter dat de grond drassig wordt. Na de bloei, wanneer de plant zich concentreert op bladgroei om reserves op te bouwen voor het volgende jaar, blijft een regelmatige watergift belangrijk. Pas aan het einde van de zomer, wanneer je de rustperiode inleidt, bouw je de watergift geleidelijk af totdat je volledig stopt. Tijdens de rustperiode zelf heeft de bol helemaal geen water nodig.

De manier waarop je water geeft, is ook van belang. Het is het beste om direct op de potgrond water te geven en te vermijden dat er water in de nek van de bol of tussen de opkomende bladeren terechtkomt. Dit kan namelijk rotting veroorzaken. Een alternatieve methode is om de pot van onderaf water te geven door deze in een schotel met water te zetten en de grond het vocht te laten opzuigen. Haal de pot uit het water zodra de bovenkant van de grond vochtig aanvoelt om te voorkomen dat de aarde te verzadigd raakt.

Het belang van bemesting

Net als water is voeding essentieel voor de amaryllis, maar alleen op de juiste momenten. Een pas geplante bol heeft de eerste weken geen meststoffen nodig. De bol bevat van nature alle energie die nodig is om de eerste bloemstengel en bloemen te produceren. Het te vroeg toedienen van mest kan de jonge, tere wortels zelfs beschadigen. Begin pas met bemesten zodra de plant een actieve groei van bladeren vertoont.

De belangrijkste periode voor bemesting is de fase na de bloei, gedurende de lente en de zomer. In deze periode ontwikkelt de plant haar bladerdek, dat via fotosynthese energie produceert om de bol weer op te laden voor de volgende bloeicyclus. Een gebrek aan voedingsstoffen in deze fase zal resulteren in een kleinere bol en een slechte of zelfs geen bloei in het daaropvolgende jaar. Het is dus cruciaal om de plant gedurende deze hele periode van bladgroei te blijven voeden.

Stop met het geven van meststoffen aan het einde van de zomer, rond augustus of begin september, op hetzelfde moment dat je begint met het afbouwen van de watergift om de rustperiode in te luiden. Het geven van voeding op dit moment zou de plant alleen maar stimuleren om nieuwe groei te produceren, wat het ingaan van de rustperiode verstoort. Tijdens de rustperiode zelf wordt er uiteraard geen enkele vorm van bemesting toegepast.

Wanneer je de bol na de rustperiode weer ‘wekt’, wacht dan met bemesten tot de groei weer goed op gang is. Zodra de nieuwe bloemstengel enkele centimeters hoog is en de bladeren beginnen te verschijnen, kun je weer beginnen met een bemestingsregime. Dit helpt de plant om de huidige groei te ondersteunen en tegelijkertijd een goede basis te leggen voor de bladontwikkeling die na de bloei zal volgen.

De juiste meststof kiezen

Voor de amaryllis is een uitgebalanceerde vloeibare meststof voor bloeiende kamerplanten over het algemeen de beste keuze. Zoek naar een meststof waarbij de N-P-K-verhouding (stikstof-fosfor-kalium) redelijk in evenwicht is. Een meststof met een iets hoger kaliumgehalte (K) kan gunstig zijn, omdat kalium de ontwikkeling van de bol en de algemene stevigheid van de plant bevordert. Fosfor (P) is belangrijk voor de wortelontwikkeling en bloemvorming, terwijl stikstof (N) de bladgroei ondersteunt.

Tijdens de periode van actieve bladgroei na de bloei, kun je overwegen om een meststof te gebruiken met een iets hoger stikstofgehalte om de ontwikkeling van een weelderig bladerdek te stimuleren. Een groter bladoppervlak betekent immers meer capaciteit voor fotosynthese en dus meer energieopslag in de bol. Schakel eventueel later in het seizoen weer over op een meer gebalanceerde meststof. Volg altijd de instructies op de verpakking van de meststof wat betreft de dosering.

Het is beter om de meststof te verdunnen tot de helft of een kwart van de aanbevolen sterkte en deze vaker toe te dienen, bijvoorbeeld elke twee weken, dan om af en toe een volledige dosis te geven. Dit zorgt voor een meer constante toevoer van voedingsstoffen en vermindert het risico op overbemesting en het verbranden van de wortels. Dien de vloeibare meststof altijd toe op vochtige grond, nooit op droge grond, om wortelschade te voorkomen. Geef dus eerst een beetje water en daarna het water met de opgeloste meststof.

Naast vloeibare meststoffen kun je ook langzaam vrijkomende mestkorrels gebruiken. Deze kunnen bij het verpotten door de potgrond worden gemengd en geven gedurende een langere periode geleidelijk voedingsstoffen af. Dit kan een handige optie zijn voor wie de neiging heeft het regelmatige bemesten te vergeten. Combineer dit eventueel met een incidentele gift van vloeibare mest tijdens de piek van de groeiperiode voor een optimaal resultaat.

Specifieke voedingsbehoeften

Hoewel een algemene, uitgebalanceerde meststof meestal volstaat, kan het nuttig zijn om de rol van de belangrijkste macronutriënten te begrijpen. Stikstof (N) is primair verantwoordelijk voor de groei van de groene delen van de plant, met name de bladeren. Een gezonde bladgroei na de bloei is essentieel, dus een adequate stikstoftoevoer in die periode is cruciaal. Een tekort aan stikstof kan leiden tot gele, zwakke bladeren en een algeheel gebrek aan groeikracht.

Fosfor (P) speelt een sleutelrol bij de energieoverdracht binnen de plant en is van vitaal belang voor een sterke wortelontwikkeling en de aanleg van bloemknoppen. Hoewel de bloemaanleg in de bol grotendeels afhangt van de totale opgeslagen energie, kan een fosfortekort dit proces negatief beïnvloeden. Een gezonde wortelkluit is de basis van de plant, en fosfor draagt hier in belangrijke mate aan bij.

Kalium (K), vaak het ‘kwaliteitselement’ genoemd, is betrokken bij tal van processen in de plant. Het reguleert de waterhuishouding, verhoogt de weerstand tegen ziekten en plagen, en is essentieel voor de ontwikkeling en de stevigheid van de bol en de bloemstengels. Een goed kaliumgehalte zorgt voor een robuuste plant die beter bestand is tegen stressfactoren.

Naast deze macronutriënten heeft de amaryllis ook behoefte aan verschillende micronutriënten of sporenelementen, zoals ijzer, magnesium en mangaan. Een goede kwaliteit potgrond en een complete vloeibare meststof voorzien normaal gesproken in deze behoeften. Tekenen van een tekort aan micronutriënten kunnen zich uiten in verkleuringen van het blad, zoals gele bladeren met groene nerven (chlorose), wat kan wijzen op een ijzertekort.

Problemen voorkomen

Het meest voorkomende probleem gerelateerd aan water geven is zonder twijfel wortel- en bolrot, veroorzaakt door overbewatering. De sleutel tot preventie is een goed doorlatende potgrond, een pot met drainagegaten en een gedisciplineerd watergeefregime. Het is altijd beter om de plant iets te droog te houden dan constant te nat. Symptomen van rot zijn onder meer een zachte, papperige basis van de bol, gele en slappe bladeren en een muffe geur uit de potgrond.

Aan de andere kant kan onderbemaling, vooral in de cruciale fase na de bloei, leiden tot een geleidelijke uitputting van de bol. De plant zal misschien nog wel overleven en bladeren produceren, maar de bol zal in omvang afnemen en niet de kracht hebben om het volgende jaar bloemknoppen te vormen. Het is een veelgemaakte fout om de verzorging van de plant te verwaarlozen zodra de bloemen zijn verdwenen, terwijl dit juist de periode is waarin de basis voor de toekomstige bloei wordt gelegd.

Overbemesting kan even schadelijk zijn. Een teveel aan zouten uit de meststoffen kan zich ophopen in de potgrond, wat leidt tot het verbranden van de wortels. Symptomen hiervan zijn onder meer bruine, verdorde bladranden en een algemene groeistagnatie. Om dit te voorkomen, houd je je aan de aanbevolen dosering en spoel je de pot eens in de paar maanden door met schoon water, waarbij je het water overvloedig door de potgrond laat lopen om overtollige zouten weg te spoelen.

Let goed op de signalen die je plant je geeft. De bladeren zijn een goede indicator voor de gezondheid van de amaryllis. Weelderige, donkergroene bladeren duiden op een gezonde plant die voldoende water en voedingsstoffen ontvangt. Slappe, gele of misvormde bladeren wijzen daarentegen bijna altijd op een probleem met de watergift of de voeding. Door aandachtig te observeren en je verzorging hierop aan te passen, kun je de meeste problemen voorkomen en je amaryllis in topconditie houden.

Dit vind je misschien ook leuk