Share

Het snoeien en terugsnoeien van de dwergamandel

Snoeien is een van de meest essentiële onderhoudshandelingen voor de dwergamandel, een kunst die, wanneer correct uitgevoerd, de gezondheid, vorm en bloeikracht van de struik aanzienlijk verbetert. Veel tuiniers deinzen terug voor de snoeischaar, uit angst om de plant te beschadigen, maar een ongesnoeide dwergamandel kan snel een rommelige, houtige struik worden met afnemende bloei. Een doelgerichte snoei stimuleert daarentegen de ontwikkeling van nieuwe, bloeirijke scheuten, zorgt voor een open structuur die ziekten helpt voorkomen en houdt de struik compact en aantrekkelijk. In deze professionele gids zullen we de principes, technieken en de juiste timing van het snoeien van de dwergamandel gedetailleerd bespreken, zodat je met vertrouwen en precisie te werk kunt gaan.

De dwergamandel bloeit op hout dat in het voorgaande jaar is gevormd, ook wel ’tweejarig hout’ genoemd. Dit fundamentele feit bepaalt de gehele snoeistrategie. De bloemen verschijnen in het vroege voorjaar op de takken die in de vorige lente en zomer zijn gegroeid. Het doel van de snoei is daarom tweeledig: het verwijderen van de oude, uitgebloeide takken en het stimuleren van de plant om volop nieuwe scheuten te produceren. Deze nieuwe scheuten zullen de bloemen voor het volgende jaar dragen. Het niet snoeien leidt ertoe dat de plant zijn energie blijft steken in oud, minder productief hout, wat resulteert in een geleidelijk afnemende bloemenpracht.

De timing van de snoei is absoluut cruciaal. Snoeien op het verkeerde moment kan desastreus zijn voor de bloei van het volgende seizoen. Als je bijvoorbeeld in de herfst of winter snoeit, knip je onbewust alle bloemknoppen weg die zich gedurende de zomer hebben gevormd. De gouden regel voor de dwergamandel, en voor de meeste andere voorjaarsbloeiende heesters, is dan ook: snoei direct na de bloei. Op dat moment heeft de plant zijn bloei-energie verbruikt en heeft hij het hele groeiseizoen nog voor zich om nieuwe, sterke scheuten te ontwikkelen.

Naast het bevorderen van de bloei, dient snoeien ook om de algehele gezondheid van de struik te handhaven. Het verwijderen van dode, beschadigde of zieke takken voorkomt de verspreiding van ziekten en plagen. Het uitdunnen van het hart van de struik verbetert de luchtcirculatie, waardoor het blad sneller droogt en de kans op schimmelinfecties afneemt. Een goed gesnoeide dwergamandel is dus niet alleen mooier, maar ook gezonder en vitaler.

De juiste timing en gereedschappen

Het succes van de snoei staat of valt met de juiste timing. Voor de dwergamandel is er maar één correct moment voor de hoofdsnoei, en dat is onmiddellijk na de bloei. Afhankelijk van het weer en de locatie is dit meestal eind april of in mei. Zodra de laatste bloemblaadjes beginnen te vallen, is het tijd om de snoeischaar te pakken. Door op dit moment te snoeien, geef je de plant de maximale tijd – de hele lente en zomer – om te herstellen en nieuwe scheuten te vormen waarop de bloemknoppen voor het volgende jaar zullen worden aangelegd. Wacht niet te lang; hoe later je snoeit, hoe minder tijd de plant heeft om zich voor te bereiden op het volgende bloeiseizoen.

Het gebruik van het juiste gereedschap is essentieel voor een schone snede en om de plant zo min mogelijk te beschadigen. Voor de meeste takken van de dwergamandel volstaat een scherpe, schone snoeischaar (ook wel een bypass-snoeischaar genoemd). Dit type snoeischaar heeft twee gebogen messen die langs elkaar heen snijden, net als een schaar, wat zorgt voor een precieze, gladde wond die snel geneest. Vermijd aambeeld-snoeischaren, die een tak pletten en meer schade veroorzaken. Voor dikkere, oudere takken kan een takkenschaar met lange hefbomen of een kleine snoeizaag nodig zijn.

Hygiëne is een vaak over het hoofd gezien maar cruciaal aspect van snoeien. Ziekteverwekkers zoals bacteriën en schimmelsporen kunnen gemakkelijk van de ene plant naar de andere worden overgebracht via besmet snoeigereedschap. Zorg er daarom altijd voor dat je gereedschap schoon is voordat je begint. Desinfecteer de messen met alcohol, spiritus of een speciale desinfecterende spray, vooral als je net een zieke plant hebt gesnoeid. Het is een goede gewoonte om het gereedschap ook te desinfecteren wanneer je van de ene naar de andere dwergamandel gaat.

Voordat je begint met knippen, neem even de tijd om de struik van een afstandje te bekijken. Probeer de algehele vorm te beoordelen en identificeer welke takken moeten worden verwijderd. Begin altijd met de zogenaamde ‘3 D’s’: het verwijderen van alle dode (Dead), beschadigde (Damaged) en zieke (Diseased) takken. Deze kunnen op elk moment van het jaar worden weggeknipt, maar de snoei na de bloei is een goed moment om dit systematisch te doen. Knip deze takken volledig weg tot aan de basis of tot op een gezonde zijtak.

Technieken voor de jaarlijkse onderhoudssnoei

Na het verwijderen van het dode en zieke hout, is de volgende stap de eigenlijke vorm- en bloeisnoei. De basisregel is om alle takken die gebloeid hebben met ongeveer een derde tot de helft terug te knippen. Zoek een gezonde, naar buiten gerichte knop of een jonge zijscheut en maak de snede ongeveer een halve centimeter daarboven. Een naar buiten gerichte knop zorgt ervoor dat de nieuwe groei naar buiten zal gaan, wat bijdraagt aan een open en luchtige structuur van de struik en voorkomt dat het hart te dicht wordt.

Kijk vervolgens naar de structuur van de struik. Verwijder takken die elkaar kruisen of tegen elkaar schuren. Deze schurende takken veroorzaken wonden die een invalspoort kunnen zijn voor ziekten. Kies een van de kruisende takken (meestal de zwakste of slechtst geplaatste) en verwijder deze volledig bij de basis. Dun ook het midden van de struik wat uit door enkele van de naar binnen groeiende takken weg te knippen. Dit verbetert de licht- en luchttoetreding tot het hart van de plant, wat de gezondheid ten goede komt.

Wees niet bang om resoluut te snoeien. De dwergamandel reageert over het algemeen zeer goed op snoei en zal belonen met krachtige nieuwe groei. Het doel is om een goede balans te bewaren tussen oud, dragend hout en nieuwe, jonge scheuten. Een goed onderhouden struik zal een mix hebben van een-, twee- en driejarige takken. Door elk jaar de oudste, uitgebloeide takken in te korten, stimuleer je continu de vernieuwing van de plant.

Let ook op de basis van de plant. Dwergamandels kunnen soms wortelopslag produceren, dit zijn scheuten die direct uit de wortels of de onderstam (als de plant geënt is) komen. Deze scheuten moeten altijd zo laag mogelijk bij de basis worden afgeknipt, omdat ze de energie van de plant wegnemen en de gewenste vorm kunnen verstoren. Als de plant geënt is, zullen deze scheuten de eigenschappen van de onderstam hebben, niet van de dwergamandel zelf.

Drastische verjongingssnoei

Soms kom je een oudere, verwaarloosde dwergamandel tegen die jarenlang niet is gesnoeid. Zo’n struik is vaak een wirwar van oude, houtige takken, is kaal aan de onderkant en produceert nog maar weinig bloemen aan de uiteinden van de takken. In zo’n geval is een drastische verjongingssnoei nodig om de struik weer tot leven te wekken. Deze ingreep is ingrijpender dan de jaarlijkse onderhoudssnoei en heeft als doel de plant te dwingen om volledig nieuwe basis-scheuten te vormen.

De beste methode voor verjongingssnoei is een gefaseerde aanpak over een periode van drie jaar. Dit is minder schokkend voor de plant dan alles in één keer af te knippen. In het eerste jaar, direct na de bloei, snoei je ongeveer een derde van de oudste, dikste en minst productieve takken volledig terug tot ongeveer 10-15 centimeter boven de grond. Kies de takken verspreid over de struik om de vorm enigszins te behouden.

In het tweede jaar, opnieuw na de bloei, snoei je de volgende helft van de overgebleven oude takken op dezelfde manier terug. Tegen die tijd zullen er al nieuwe, krachtige scheuten zijn gevormd vanuit de basis na de snoei van het eerste jaar. Laat deze nieuwe scheuten ongemoeid. In het derde jaar snoei je de laatste oude takken weg. Na deze drie jaar is de hele struik vernieuwd en bestaat hij volledig uit jonge, productieve takken.

Na een verjongingssnoei is het belangrijk om de plant extra goede zorg te geven om het herstel te ondersteunen. Zorg voor voldoende water, vooral tijdens droge periodes, en geef in het voorjaar een goede bemesting met compost of een uitgebalanceerde meststof. De nieuwe scheuten die na de snoei ontstaan, kunnen in het eerste jaar wat lang en dun zijn. Het kan nodig zijn om deze in het volgende seizoen iets in te toppen om een bossigere groei te stimuleren. Vanaf dat moment kun je overgaan op de reguliere jaarlijkse onderhoudssnoei.

📷  Le.Loup.GrisCC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Dit vind je misschien ook leuk