Het planten en vermeerderen van Suzanne-met-de-mooie-ogen

Het succesvol planten en vermeerderen van Suzanne-met-de-mooie-ogen vormt de basis voor een seizoen vol kleur en weelderige groei. Deze fase vereist zorgvuldige planning en uitvoering, te beginnen met het kiezen van het juiste moment om de jonge planten buiten te zetten. Omdat deze klimmer van tropische afkomst is, is hij uiterst gevoelig voor vorst en koude temperaturen. Daarom is het cruciaal om te wachten tot alle gevaar voor nachtvorst geweken is, meestal na de IJsheiligen half mei. Een goede voorbereiding van de plantplaats, of dit nu in een pot of in de volle grond is, is eveneens van vitaal belang voor een vlotte start en een gezonde ontwikkeling van het wortelstelsel.

Voordat je de plant definitief op haar zomerse standplaats zet, is het verstandig om haar af te harden. Jonge planten die binnen zijn opgekweekt, zijn niet gewend aan de directere zon, de wind en de temperatuurschommelingen buiten. Zet ze gedurende een week tot tien dagen elke dag een paar uur langer buiten, beginnend op een beschutte, halfschaduwrijke plek. Dit geleidelijke proces helpt de plant om te acclimatiseren en voorkomt een schok, zoals verbrande bladeren of een groeistilstand, na het planten.

De keuze tussen planten in de volle grond of in een pot hangt af van je persoonlijke situatie en de beschikbare ruimte. In de volle grond kan de plant een indrukwekkende omvang bereiken, mits de bodem goed is voorbereid. In potten en hangmanden is de groei iets beperkter, maar biedt het meer flexibiliteit in plaatsing en is het een uitstekende optie voor balkons en terrassen. Ongeacht de keuze, het voorzien van een stevige klimhulp is een absolute noodzaak om de natuurlijke klimmende groeiwijze van de plant te ondersteunen.

Vermeerdering biedt een fantastische en kosteneffectieve manier om meer van deze prachtige planten te krijgen. De twee meest gebruikelijke methoden zijn zaaien en stekken. Zaaien gebeurt meestal in het vroege voorjaar binnenshuis, terwijl stekken het beste werkt in de zomer met scheuten van een volwassen plant. Beide methoden hebben hun eigen charme en uitdagingen, maar met een beetje geduld en de juiste techniek kun je je tuin of balkon vullen met zelf opgekweekte Suzanne-met-de-mooie-ogen.

De juiste planttijd en voorbereiding

Het bepalen van het perfecte moment om je Suzanne-met-de-mooie-ogen te planten is cruciaal voor haar overleving en verdere ontwikkeling. De gouden regel is om te wachten tot de bodemtemperatuur consistent boven de 10-12 graden Celsius is en er absoluut geen kans meer is op nachtvorst. In Nederland en België is dit doorgaans na half mei. Te vroeg planten in koude, natte grond kan leiden tot wortelrot en groeistagnatie, waardoor de plant een slechte start krijgt waar ze moeilijk van herstelt. Geduld in het voorjaar wordt later in het seizoen rijkelijk beloond.

De voorbereiding van de plantlocatie is de volgende stap. Kies een zonnige en beschutte plek, zoals eerder besproken. Als je in de volle grond plant, spit de grond dan goed om tot een diepte van ongeveer 30 centimeter. Verwijder al het onkruid en eventuele stenen. Werk vervolgens een royale hoeveelheid organisch materiaal, zoals goed verteerde compost of bladaarde, door de bovenste laag van de grond. Dit verbetert niet alleen de bodemstructuur en drainage, maar voegt ook essentiële voedingsstoffen toe die de plant nodig heeft voor een krachtige start.

Voor het planten in potten is de keuze van de pot en de potgrond van groot belang. Kies een pot met een diameter van minstens 25-30 centimeter per plant om voldoende ruimte voor wortelgroei te bieden. Zorg ervoor dat de pot voorzien is van meerdere drainagegaten in de bodem. Gebruik een hoogwaardige, voedselrijke potgrond speciaal voor kuipplanten of bloeiende planten. Meng eventueel wat perliet door de grond om de luchtigheid en drainage verder te verbeteren, wat essentieel is om wortelrot te voorkomen.

Vergeet niet om direct bij het planten de klimsteun te installeren. Of het nu een bamboestok, een trellis of een gaaspaneel is, het is veel eenvoudiger om dit te plaatsen voordat de plant begint te groeien. Het later toevoegen van een steun kan de tere wortels en stengels beschadigen. Door de klimhulp direct beschikbaar te maken, kunnen de eerste ranken zich onmiddellijk hechten en beginnen aan hun verticale reis, wat een gezonde en opwaartse groei bevordert.

Stap-voor-stap plantinstructies

Het daadwerkelijke plantproces is eenvoudig, maar vereist een zachte hand. Begin met het grondig water geven van de jonge plant in haar kweekpotje, ongeveer een uur voor het planten. Dit zorgt ervoor dat de kluit goed gehydrateerd is en gemakkelijk uit de pot komt. Een goed doorweekte kluit valt minder snel uit elkaar, waardoor de fijne haarwortels minder beschadigd raken tijdens het verplanten. Dit vermindert de transplantatieschok en bevordert een snellere vestiging in de nieuwe omgeving.

Maak in de voorbereide volle grond of potgrond een plantgat dat iets breder en even diep is als de kluit van de plant. Haal de plant voorzichtig uit het kweekpotje door de pot lichtjes te knijpen en om te keren, terwijl je de plant met je andere hand ondersteunt. Als de wortels een dichte, samengeklitte massa vormen aan de onderkant (wortelgebonden), maak ze dan voorzichtig een beetje los met je vingers. Dit stimuleert de wortels om naar buiten te groeien in de nieuwe aarde, in plaats van in cirkels te blijven groeien.

Plaats de plant in het plantgat en zorg ervoor dat de bovenkant van de kluit gelijk is met het omliggende grondniveau. Het is belangrijk om de plant niet te diep te planten, omdat dit de stam kan doen rotten. Vul het gat rondom de kluit aan met de voorbereide aarde of potgrond en druk deze zachtjes aan om luchtbellen te verwijderen en ervoor te zorgen dat de wortels goed contact maken met de grond. Vermijd het te stevig aanstampen van de grond, omdat dit de bodem kan verdichten.

Geef na het planten onmiddellijk en royaal water. Dit helpt om de grond rond de wortels te laten bezinken en zorgt voor een goede start. De eerste weken na het planten is het belangrijk om de grond constant licht vochtig te houden om de plant te helpen zich te vestigen. Begeleid de eerste ranken voorzichtig naar de klimsteun. Met deze zorgvuldige aanpak geef je je Suzanne-met-de-mooie-ogen de best mogelijke start voor een prachtig groeiseizoen.

Vermeerderen door te zaaien

Het opkweken van Suzanne-met-de-mooie-ogen uit zaad is een lonend proces dat je in staat stelt om met minimale kosten een groot aantal planten te produceren. De beste tijd om binnenshuis te zaaien is in het vroege voorjaar, ongeveer zes tot acht weken voor de laatste verwachte vorstdatum, dus meestal in maart of begin april. Dit geeft de zaailingen voldoende tijd om uit te groeien tot stevige jonge planten voordat ze naar buiten kunnen. Het gebruik van verse zaden verhoogt de kiemkracht aanzienlijk.

Om het kiemproces te versnellen, is het een goed idee om de harde zaden voor te behandelen. Week de zaden 24 uur in lauw water voordat je ze zaait. Dit verzacht de zaadhuid en maakt het voor de kiem gemakkelijker om door te breken. Gebruik voor het zaaien een zaaitray of kleine potjes gevuld met een luchtige zaai- en stekgrond. Deze grondsoort is fijner van structuur en bevat minder voedingsstoffen dan standaard potgrond, wat ideaal is voor het ontkiemen van zaden.

Zaai de zaden ongeveer een halve centimeter diep in de vochtige grond en dek ze lichtjes af. Plaats de zaaitray op een warme, lichte plek, bijvoorbeeld op een vensterbank boven een radiator. Een constante temperatuur van rond de 20-24 graden Celsius is ideaal voor een snelle en gelijkmatige kieming. Dek de tray af met een doorzichtige plastic deksel of huishoudfolie om de luchtvochtigheid hoog en constant te houden. De zaden zullen doorgaans binnen twee tot drie weken ontkiemen.

Zodra de zaailingen verschijnen, verwijder je de afdekking om voor een goede luchtcirculatie te zorgen en schimmelvorming te voorkomen. Zorg ervoor dat de zaailingen voldoende licht krijgen, maar vermijd direct, fel zonlicht dat de tere blaadjes kan verbranden. Wanneer de zaailingen hun tweede paar echte bladeren hebben ontwikkeld, is het tijd om ze te verspenen. Verpot elke zaailing voorzichtig in een eigen, groter potje gevuld met voedselrijke potgrond, waar ze verder kunnen groeien totdat het tijd is om ze buiten af te harden en te planten.

Vermeerderen met stekken

Een andere effectieve methode om Suzanne-met-de-mooie-ogen te vermeerderen is door middel van stekken. Dit is vooral handig als je een exacte kopie wilt van een bestaande plant met een bijzonder mooie bloemkleur. De beste tijd om stekken te nemen is in de zomer, van juni tot augustus, wanneer de plant actief groeit en de stengels sterk en gezond zijn. Het proces is relatief eenvoudig en heeft een hoog slagingspercentage, mits correct uitgevoerd.

Kies een gezonde, niet-bloeiende stengel van de moederplant. Snijd met een schoon, scherp mes of een snoeischaar een stuk van de stengel af van ongeveer 10-15 centimeter lang. Maak de snede net onder een bladknoop (de plek waar een blad aan de stengel vastzit). Verwijder de onderste bladeren van de stek, zodat er alleen aan de bovenkant nog twee of drie bladeren overblijven. Het verwijderen van de onderste bladeren voorkomt dat ze gaan rotten wanneer ze in contact komen met de grond of het water.

Je kunt de stekken op twee manieren laten wortelen: in water of direct in de grond. Voor de watermethode plaats je de stekken in een glas met water, waarbij je ervoor zorgt dat alleen de kale stengel onder water staat en de bladeren droog blijven. Ververs het water om de paar dagen. Voor de grondmethode doop je de onderkant van de stek desgewenst in stekpoeder, wat de wortelvorming kan bevorderen, en steek je de stek vervolgens in een potje met vochtige zaai- en stekgrond.

Plaats het glas of het potje op een lichte, warme plek, maar uit de directe zon. Als je de stekken in de grond hebt gezet, kun je een plastic zakje over de pot plaatsen om de luchtvochtigheid te verhogen en uitdroging te voorkomen. Na enkele weken zullen de stekken wortels beginnen te vormen. Zodra je nieuwe groei ziet verschijnen aan de bovenkant van de stek, is dit een teken dat de beworteling succesvol is. Je kunt de bewortelde stek dan behandelen als een jonge plant en deze verpotten naar een grotere pot.

📷  Forest & Kim Starr, CC BY 3.0, via Wikimedia Commons