Share

Het planten en vermeerderen van de clivia

Het aanplanten van een nieuwe clivia of het vermeerderen van een bestaande plant zijn lonende processen die je in staat stellen om je collectie uit te breiden of de schoonheid van deze plant te delen met anderen. In tegenstelling tot veel andere kamerplanten, houdt de clivia ervan om enigszins krap in haar pot te zitten, een toestand die de bloei zelfs kan bevorderen. Dit betekent dat je bij het planten van een jonge clivia of het verpotten van een volwassen exemplaar moet kiezen voor een pot die niet overdreven groot is. Een pot die slechts enkele centimeters meer ruimte biedt rondom de wortelkluit is ideaal. Dit zorgt ervoor dat de potgrond niet te lang nat blijft en het risico op wortelrot, waar de vlezige wortels van de clivia gevoelig voor zijn, wordt geminimaliseerd.

De keuze van het juiste grondmengsel is van cruciaal belang voor een succesvolle aanplant. De clivia heeft behoefte aan een luchtige en zeer goed doorlatende potgrond. Een standaard potgrond voor kamerplanten kan als basis dienen, maar het is sterk aan te raden om deze te verrijken met materialen die de drainage verbeteren. Het toevoegen van perliet, grof zand, of fijn boomschors (zoals bij orchideeëngrond) zorgt voor een betere beluchting van de wortels en voorkomt dat de grond verdicht. Een goede verhouding is bijvoorbeeld twee delen potgrond op één deel perliet of zand, wat een structuur creëert waarin de wortels gemakkelijk kunnen ademen en overtollig water snel kan weglopen.

Bij het planten zelf is het belangrijk om de plant op de juiste diepte te zetten. De basis van de plant, waar de bladeren uit de wortels tevoorschijn komen, moet net boven het grondoppervlak blijven. Het begraven van dit deel van de plant kan leiden tot rotting aan de basis. Zorg ervoor dat de pot stevige afwateringsgaten heeft en begin met een laagje hydrokorrels of potscherven op de bodem voor een extra garantie op goede afwatering. Plaats de plant in het midden van de pot, vul de zijkanten aan met het voorbereide grondmengsel en druk de aarde zachtjes aan om luchtbellen te verwijderen, zonder de grond te compact te maken.

Na het planten of verpotten is een zorgvuldige nazorg essentieel. Geef de plant direct na het planten eenmalig goed water, zodat de grond zich rond de wortels kan vestigen. Plaats de clivia vervolgens op een lichte plek, maar vermijd direct zonlicht om stress op de plant te voorkomen. Wees in de weken na het verpotten terughoudend met water geven en wacht tot de bovenste laag van de grond goed is opgedroogd. Begin pas met bemesten wanneer je duidelijke tekenen van nieuwe groei ziet, wat aangeeft dat de plant zich heeft aangepast aan haar nieuwe omgeving en actief wortels aan het ontwikkelen is.

Vermeerdering door het scheuren van de plant

De meest gebruikelijke en succesvolle methode om een clivia te vermeerderen is door het scheuren van de moederplant. Na verloop van tijd zal een volwassen clivia vanzelf zijscheuten, ook wel ‘klisters’ of ‘pups’ genoemd, ontwikkelen aan de basis van de plant. Dit zijn in feite complete nieuwe plantjes die groeien vanuit het wortelstelsel van de moederplant. Het scheuren van deze zijscheuten is een relatief eenvoudige manier om genetisch identieke nakomelingen te verkrijgen die dezelfde prachtige bloemen zullen produceren als de ouderplant. Het is een natuurlijke vorm van klonen die je in staat stelt je plantenbestand op een betrouwbare manier uit te breiden.

Het ideale moment om de zijscheuten te scheiden is tijdens het verpotten van de moederplant in het voorjaar, direct na de bloei. Op dit moment is de plant in haar actieve groeifase en zullen zowel de moederplant als de nieuwe scheuten het snelst herstellen. Wacht tot de zijscheuten een redelijke omvang hebben bereikt en idealiter al vier of vijf eigen bladeren hebben ontwikkeld. Een grotere, meer ontwikkelde scheut heeft een grotere overlevingskans omdat deze al een eigen, klein wortelstelsel heeft gevormd en voldoende reserves heeft om zelfstandig verder te groeien.

Om de scheuten te scheiden, haal je de gehele moederplant voorzichtig uit de pot. Probeer de wortels zo min mogelijk te beschadigen en schud de overtollige aarde voorzichtig van de wortelkluit. Lokaliseer de zijscheut die je wilt verwijderen en probeer deze met een zachte, wrikkende beweging los te maken van de moederplant. Vaak zitten ze vrij stevig vast; als het met de hand niet lukt, kun je een schoon en scherp mes gebruiken om de verbinding door te snijden. Zorg er hierbij voor dat je een deel van de wortels meeneemt met de scheut, want dit is essentieel voor een succesvolle hergroei.

Zodra de scheut is gescheiden, kun je deze oppotten in een eigen, kleine pot. Gebruik hetzelfde goed doorlatende potgrondmengsel als voor de moederplant en zorg ervoor dat de pot niet te groot is. Een kleine pot moedigt een snelle wortelontwikkeling aan en verkleint de kans op te natte grond. Behandel de jonge plant na het oppotten op dezelfde manier als een pas verpotte clivia: geef matig water en plaats haar op een lichte, beschutte plek. Wees geduldig, want het kan enkele jaren duren voordat een jonge, gescheurde clivia volwassen genoeg is om zelf voor de eerste keer te bloeien.

Vermeerdering uit zaad

Het vermeerderen van een clivia uit zaad is een proces dat aanzienlijk meer geduld en toewijding vereist dan het scheuren van de plant, maar het kan een zeer lonende ervaring zijn. Deze methode biedt de mogelijkheid om nieuwe, unieke variëteiten te creëren, aangezien de nakomelingen niet noodzakelijkerwijs identiek zullen zijn aan de ouderplanten, tenzij je gecontroleerde kruisbestuiving toepast. Het hele proces, van bestuiving tot een bloeiende plant, kan vier tot zes jaar in beslag nemen, wat het een project maakt voor de echte liefhebber. Het begint allemaal met de bestuiving van de bloemen om zaadproductie op gang te brengen.

Om zaden te verkrijgen, moeten de bloemen worden bestoven. Je kunt dit overlaten aan insecten als je de plant in de zomer buiten zet, maar voor een grotere kans op succes kun je de bestuiving handmatig uitvoeren. Gebruik een klein, zacht kwastje om stuifmeel van de meeldraden van de ene bloem over te brengen op de stamper van een andere bloem. Na een succesvolle bestuiving zullen de bloemen verwelken en zal aan de basis een groene bes beginnen te groeien. Deze bessen hebben een zeer lange rijpingstijd nodig, vaak wel tien tot twaalf maanden, en kleuren langzaam van groen naar helderrood of geel wanneer ze rijp zijn.

Wanneer de bessen volledig gekleurd en enigszins zacht zijn, kunnen de zaden worden geoogst. Snijd de bes voorzichtig open; binnenin vind je enkele grote, parelachtige zaden. Het is cruciaal om de zaden direct na het oogsten te zaaien, omdat ze hun kiemkracht snel verliezen als ze uitdrogen. Reinig de zaden door het vlezige vruchtvlees voorzichtig te verwijderen en spoel ze af met water. Zaai elk zaadje in een klein potje gevuld met een luchtig en vochtig zaai- en stekgrondmengsel. Druk het zaadje slechts lichtjes in de grond, zodat de bovenkant net zichtbaar blijft.

Plaats de potjes op een warme plek, rond de 20-22°C, en houd de grond constant licht vochtig maar niet doorweekt. Het afdekken van de potjes met plastic folie kan helpen om een hoge luchtvochtigheid te handhaven. De kieming kan enkele weken tot maanden duren. Zodra de zaailingen hun eerste echte blad hebben ontwikkeld, kun je ze voorzichtig verspenen naar individuele potjes. De jonge plantjes groeien zeer langzaam, dus wees geduldig en geef ze de juiste zorg; het zal een aantal jaren duren voordat je wordt beloond met de eerste bloemen van je zelf opgekweekte clivia.

De zorg voor jonge planten

De zorg voor jonge cliviaplanten, of ze nu afkomstig zijn van scheuren of uit zaad zijn opgekweekt, vereist een delicate balans en aandacht voor detail. Jonge planten zijn kwetsbaarder dan hun volwassen tegenhangers en hebben een stabiele, beschermde omgeving nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. De eerste prioriteit is het bieden van de juiste lichtomstandigheden. Net als volwassen planten hebben jonge clivia’s helder, indirect licht nodig. Plaats ze op een plek waar ze worden beschermd tegen de felle middagzon, die hun tere bladeren gemakkelijk kan verbranden. Een raam op het noorden of een beschutte plek nabij een oostelijk raam is vaak een uitstekende keuze.

Watergift is een ander kritiek punt in de verzorging van jonge clivia’s. Hun kleine wortelstelsel is nog in ontwikkeling en is bijzonder gevoelig voor zowel uitdroging als overbewatering. Het is essentieel om de grond licht vochtig te houden, maar laat de bovenste centimeter van de grond altijd opdrogen voordat je opnieuw water geeft. Gebruik een kleine gieter of een spuitfles om de watergift nauwkeurig te kunnen doseren. Zorg ervoor dat de potjes goede drainagegaten hebben, zodat overtollig water altijd kan ontsnappen en de wortels niet in het water blijven staan, wat onherroepelijk tot rot zou leiden.

Jonge planten hebben in hun eerste levensjaar over het algemeen weinig tot geen extra voeding nodig. De verse potgrond waarin ze zijn geplant, bevat doorgaans voldoende voedingsstoffen voor de eerste maanden. Na ongeveer zes maanden kun je beginnen met een zeer milde bemesting. Gebruik een uitgebalanceerde vloeibare meststof voor kamerplanten, maar verdun deze tot een kwart of de helft van de aanbevolen sterkte op de verpakking. Geef deze verdunde voeding eens per maand tijdens het groeiseizoen in de lente en zomer, en stop volledig met bemesten in de herfst en winter.

Geduld is de belangrijkste deugd bij het opkweken van jonge clivia’s. Ze groeien van nature langzaam en het kan een jaar of langer duren voordat een gescheurde plant aanzienlijk in omvang is toegenomen. Voor zaailingen is dit proces nog trager. Verpot de jonge planten alleen wanneer het absoluut noodzakelijk is, dat wil zeggen, wanneer de wortels de pot volledig vullen. Een te snelle overstap naar een grotere pot kan de groei vertragen. Door een consistente en zorgvuldige verzorging te bieden, leg je een sterke basis voor een gezonde, volwassen plant die je in de toekomst zal belonen met haar schitterende bloemen.

Dit vind je misschien ook leuk