Share

Het overwinteren van Suzanne-met-de-mooie-ogen

Suzanne-met-de-mooie-ogen is van nature een vaste plant in haar tropische herkomstgebied, maar in het Nederlandse klimaat wordt ze meestal als eenjarige plant behandeld. De plant is absoluut niet winterhard en zal de eerste serieuze nachtvorst niet overleven. Voor de toegewijde tuinier is het echter mogelijk om deze prachtige klimmer succesvol te overwinteren, zodat je het volgende jaar opnieuw van dezelfde plant kunt genieten. Dit proces vereist enige voorbereiding en de beschikbaarheid van een geschikte, vorstvrije ruimte, maar het kan zeer de moeite waard zijn, vooral als je een plant hebt met een bijzondere kleur of sentimentele waarde. Een succesvolle overwintering bespaart niet alleen de kosten van een nieuwe plant, maar geeft je ook een voorsprong in het volgende groeiseizoen.

De beslissing om de plant te overwinteren hangt af van een aantal factoren. Je hebt een koele, lichte en vorstvrije ruimte nodig, zoals een onverwarmde slaapkamer, een serre, een garage met een raam of een vorstvrije kas. Zonder een dergelijke ruimte is de kans op succes klein. Bovendien is het belangrijk om te beginnen met een gezonde en sterke plant. Een plant die aan het einde van het seizoen verzwakt is door ziekten of plagen, zal de stress van het overwinteren waarschijnlijk niet overleven.

Het proces van overwinteren begint in de herfst, ruim voordat de eerste vorst wordt verwacht. Het doel is om de plant geleidelijk in een rusttoestand te brengen. Dit houdt in dat de groei wordt vertraagd door de watergift en bemesting af te bouwen en de plant voor te bereiden op de verhuizing naar binnen. Een drastische snoei is een essentieel onderdeel van deze voorbereiding, omdat dit de plant compacter maakt en de hoeveelheid bladmassa vermindert die de plant gedurende de winter moet onderhouden.

Tijdens de wintermaanden vraagt de plant minimale verzorging, maar ze mag niet volledig worden verwaarloosd. Het is een periode van rust, niet van totale vergetelheid. Regelmatige, maar zeer spaarzame watergift en periodieke controles op plagen zijn noodzakelijk. In het vroege voorjaar, wanneer de dagen langer worden en de temperaturen stijgen, wordt het tijd om de plant weer langzaam uit haar winterslaap te wekken en voor te bereiden op een nieuw seizoen van uitbundige groei en bloei.

De overwinteringsplek kiezen

De keuze van de juiste overwinteringsplek is de meest kritische factor voor succes. De ideale locatie moet voldoen aan twee belangrijke voorwaarden: hij moet licht en koel zijn. Een temperatuur tussen de 5 en 10 graden Celsius is perfect. Een te warme overwintering, bijvoorbeeld in een verwarmde woonkamer, zal de plant stimuleren om te blijven groeien. Deze wintergroei is echter vaak zwak, langgerekt en bleek (etiolatie) door het gebrek aan voldoende lichtintensiteit in de winter. Dergelijke groei is ook zeer vatbaar voor plagen zoals bladluis en spint.

Een lichte plek is eveneens essentieel. Hoewel de plant in rust is, heeft ze nog steeds licht nodig om te overleven. Een raam op het noorden of oosten in een onverwarmde kamer is vaak een goede optie. Een koele serre, een bijkeuken met een raam of zelfs een kelder met een raam kunnen ook geschikt zijn, zolang de temperatuur maar stabiel boven het vriespunt blijft. Vermijd plekken met grote temperatuurschommelingen of direct naast een verwarmingselement.

Zorg ervoor dat de gekozen ruimte goed geventileerd is. Een gebrek aan luchtcirculatie kan de ontwikkeling van schimmelziekten bevorderen, vooral in combinatie met de lagere temperaturen. Zet op milde, droge dagen gerust een raam even open om de ruimte te luchten. Dit helpt om de lucht fris te houden en verkleint de kans op problemen. Een schone omgeving, vrij van plantenafval, draagt hier ook aan bij.

Voordat je de plant definitief naar haar winterverblijf verhuist, is het verstandig om de ruimte grondig schoon te maken. Verwijder spinnenwebben en stof en controleer op eventueel aanwezig ongedierte. Je wilt immers geen nieuwe plagen introduceren bij je overwinterende plant. Een goed voorbereide, schone en geschikte ruimte legt de basis voor een rustige en probleemloze overwinteringsperiode.

Voorbereidingen voor de verhuizing

De voorbereiding op de overwintering begint al in de vroege herfst, rond eind september of begin oktober. Bouw de bemesting volledig af om de plant niet langer aan te moedigen nieuwe, zwakke scheuten te vormen. Verminder ook geleidelijk de frequentie van het water geven, maar laat de kluit niet volledig uitdrogen. Deze veranderingen signaleren aan de plant dat het groeiseizoen ten einde loopt en het tijd is om in rust te gaan.

Voordat de eerste nachtvorst wordt voorspeld, is het tijd om de plant klaar te maken voor de verhuizing naar binnen. Inspecteer de plant uiterst zorgvuldig op de aanwezigheid van plagen. Controleer de onderkant van de bladeren, de bladoksels en de stengels op bladluizen, witte vlieg, spint of andere ongewenste gasten. Het is cruciaal om geen plagen mee naar binnen te nemen, waar ze zich in de beschutte omgeving snel kunnen vermenigvuldigen en de verzwakte plant ernstig kunnen beschadigen. Behandel eventuele plagen preventief met een ecologische spray voordat de plant naar binnen gaat.

Vervolgens is een flinke snoeibeurt noodzakelijk. Snoei alle ranken van de Suzanne-met-de-mooie-ogen drastisch terug tot ongeveer 15 tot 20 centimeter boven de potgrond. Dit lijkt misschien rigoureus, maar het heeft meerdere voordelen. Het maakt de plant veel compacter en makkelijker te hanteren. Het vermindert de waterbehoefte en de hoeveelheid energie die de plant nodig heeft om te overleven. Bovendien verwijdert het veel van de oude bladeren, wat de kans op ziekten en plagen verder verkleint.

Als de plant in de volle grond stond, moet je haar voorzichtig uitgraven met een zo groot mogelijke kluit en oppotten in een pot met verse, goed doorlatende potgrond. Kies een pot die groot genoeg is voor de kluit, maar niet overdreven groot. Geef na het oppotten licht water om de grond te laten bezinken. Laat de plant, indien mogelijk, nog een paar dagen buiten op een beschutte plek acclimatiseren voordat ze definitief naar haar winterverblijf verhuist.

Verzorging tijdens de wintermaanden

Eenmaal in haar winterkwartier heeft de Suzanne-met-de-mooie-ogen zeer weinig verzorging nodig. De belangrijkste taak is om de watergift tot een absoluut minimum te beperken. Omdat de plant in rust is en de temperaturen laag zijn, is haar waterverbruik minimaal. Te veel water in deze periode is de meest voorkomende oorzaak van mislukking, omdat het onvermijdelijk leidt tot wortelrot. De grond moet aan de droge kant worden gehouden, maar de kluit mag ook niet volledig uitdrogen en keihard worden.

Controleer de vochtigheid van de grond ongeveer elke drie tot vier weken door een vinger een paar centimeter diep in de aarde te steken. Als de grond volledig droog aanvoelt, geef dan een klein beetje water, net genoeg om de kluit licht te bevochtigen. Het is veel beter om te weinig water te geven dan te veel. De plant zal waarschijnlijk het merendeel van haar resterende bladeren verliezen, wat volkomen normaal is. Maak je hier geen zorgen over; het is een onderdeel van het rustproces.

Tijdens de wintermaanden is bemesting absoluut uit den boze. De plant is in rust en kan de voedingsstoffen niet gebruiken. Het toedienen van mest zou alleen maar leiden tot een ophoping van zouten in de grond, wat de wortels kan beschadigen. De rustperiode is bedoeld om de plant haar energiereserves te laten bewaren voor het komende voorjaar.

Blijf de plant ook tijdens de winter periodiek inspecteren op plagen. Hoewel de kans kleiner is in de koele omstandigheden, kunnen plagen zoals spint en wolluis soms toch de kop opsteken. Als je een aantasting ontdekt, handel dan onmiddellijk. Omdat de plant verzwakt is, kan een plaag snel uit de hand lopen. Veeg de plagen weg met een doekje gedrenkt in spiritus of behandel met een milde zeepoplossing.

De plant weer activeren in het voorjaar

Wanneer de dagen merkbaar langer worden en de lichtintensiteit toeneemt, meestal rond eind februari of begin maart, is het tijd om de Suzanne-met-de-mooie-ogen langzaam uit haar winterslaap te wekken. Dit is een geleidelijk proces dat niet overhaast moet worden. Begin met het iets verhogen van de watergift. Geef de plant een goede, maar niet doorweekte, gietbeurt. Dit signaleert de wortels dat het tijd is om weer actief te worden.

Verpot de plant naar een iets grotere pot met verse, voedselrijke potgrond. Dit geeft de wortels nieuwe ruimte en een voorraad voedingsstoffen voor het komende seizoen. Tijdens het verpotten kun je dode of verschrompelde wortels wegknippen. Snoei ook eventuele dode of zwakke takjes die de winter niet hebben overleefd terug tot op het levende hout. Plaats de plant na het verpotten op een iets warmere en lichtere plek om de nieuwe groei te stimuleren.

Zodra de eerste nieuwe scheuten verschijnen, kun je beginnen met een zeer milde bemesting. Gebruik een vloeibare meststof op halve sterkte, ongeveer eens per maand. Naarmate de groei krachtiger wordt, kun je de frequentie en de concentratie van de meststof geleidelijk opvoeren tot het normale niveau voor het groeiseizoen. De nieuwe groei zal in het begin misschien wat tenger zijn, maar zal snel aan kracht winnen naarmate er meer licht en warmte beschikbaar is.

Breng de plant pas weer naar buiten als alle gevaar voor nachtvorst definitief geweken is, net als bij een nieuwe jonge plant. Vergeet niet om de plant opnieuw af te harden. Zet haar de eerste dagen in de schaduw en breng haar geleidelijk naar een zonnigere plek. De bladeren die binnen zijn gevormd, zijn niet gewend aan direct zonlicht en kunnen gemakkelijk verbranden. Met deze zorgvuldige overgang geef je je overwinterde plant de beste start voor een nieuw, bloemrijk seizoen.

📷  Forest & Kim StarrCC BY 3.0, via Wikimedia Commons

Dit vind je misschien ook leuk